Op de dagen van 1 en 2 november, het hoogfeest van Allerheiligen en vervolgens Allerzielen, is er op het seminarie extra aandacht voor deze bijzonderen vieringen.
Op 1 november, natuurlijk een collegevrijer dag, vond er na de gezamenlijke Laudes een plechtige Hoogmis plaats. Tegen de avond, werden de vespers gezongen en was er de uitstalling van het Allerheiligste. Tijdens dit Heilig uur was er tijd voor aanbidding. Iets wat deze week overigens - door toeval of voorzienigheid - nog vaker voor zou komen: op de donderdag voor de eerste vrijdag en vervolgens op de zondag van de stille dag.
Op 2 november, Allerzielen, werd in het getijdengebed en de heilige mis bijzonder gebeden voor onze overleden gelovigen. Vooral de docenten, studenten en anderen die voor Rolduc veel betekend hebben, werden herdacht. Aan het eind van de middag kwam de seminariegemeenschap bij elkaar op het kerkhof van Rolduc. Er werd plechtig gezongen en gebeden, ook het rozenkransgebed voor de zielenrust van alle overleden gelovigen. De graven werden gezegend en bewierookt. Aan het eind van de dag, werden de vespers plechtig gezongen voor alle overleden gelovigen.
Tekst: JS