Dies Natalis

Naar de viering van het 50-jarig jubileum werd in het seminarie al wekenlang uitgezien. Vanaf het begin van het studiejaar 2024-2025 was er bij enkelen al het besef dat het seminarie in 1974 zijn begin kende. Sindsdien werd ieder jaar op 8 december de Dies natalis gevierd. Dit jaar dus op een heel bijzondere wijze.

Het bijzondere zat hem in enkele speciale elementen. Al geruime tijd wordt er een Rome-bedevaart voorbereid. Na Pasen gaat het seminarie naar de eeuwige stad, met de graven van Petrus en Paulus. Ook enkele jonge priesters gaan dan mee, die door het uitstel van de reis nog niet die gelegenheid hadden. Eigenlijk was het immers al in 2023 tijd geweest voor die reis, maar het leek passend om dit te verbinden met het gouden jubileum.
    Verder werd er een schilderij gemaakt van bisschop Harrie Smeets z.g., die helaas veel te jong overleed. Aangezien er eerder geen gelegenheid te bedenken was om het schilderij passend te presenteren, werd besloten dit te verbinden met de feestelijke Dies Natalis.
    Tenslotte werd er in de laatste maanden hard gewerkt aan een jubileumboek. Het moest een boek worden waarin de geschiedenis van het seminarie goed beschreven zou worden, waarin de donkere kanten niet onbelicht zouden blijven en waarin ook een heel aantal foto’s de sfeer van die 50 jaren zou moeten illustreren. Het werd een mooi boek, dat de pretentie heeft om bij menig oud-student een plekje te vinden.

Een andere reden waarom deze Dies natalis een bijzonder karakter had, was het zeer groot aantal deelnemers. Tweehonderd aanwezigen werden er nooit eerder geteld. Dit was logistiek een grote uitdaging, terwijl in deze tijd de financiële middelen ontbreken om een en ander vanzelfsprekend vorm te geven. Zo werd besloten om de sessio solemnis in de Abdijkerk te laten plaatsvinden en het feestdiner in eigen beheer te organiseren. In de weken voorafgaand aan de viering was het daarom extra spannend. 

Op de dag zelf waren er al een aantal gasten van verder weg bij het ontbijt. Zij hadden van zondag op maandag overnacht en ook onze eigen bisschop verbleef al op Rolduc. Voor de heilige Mis was al alles in gereedheid gebracht en de schola cantorum had zich op het oksaal geïnstalleerd.
    Het werd een prachtige H. Mis, waarbij kardinaal Eijk de grote verdiensten van mgr. Gijsen in herinnering riep voor wat betreft de oprichting van het seminarie en het verstevigen van de priesterlijke identiteit. Er concelebreerden maar liefst 9 bisschoppen, waaronder oud-studenten, Mgr. Van den Hende (voorzitter van de bisschoppenconferentie) en de nuntius mgr. Paul Tschang In-Nam. Met 117 concelebrerende priesters werd het een bijzonder feestelijke heilige Mis.
    De ontmoeting met een kop koffie in de kruisgang was drukbezocht. Voor velen was deze jubileum-Dies een moment van ontmoeting na een lange tijd. Om 12.45 was het tijd om weer in de Abdijkerk bij elkaar te komen voor de sessio solemnis. De Jachthoornblazers van Rolduc luisterden het geheel met vrolijke tonen op. De rector memoreerde hoe zij ook in de beginjaren van Rolduc al eens voor het seminarie hadden gespeeld.
    Na een inleiding door rector Hendriks, over het seminarie als het hart van het bisdom, werd het woord gegeven aan bisschop Van den Hout. Hij memoreerde bisschop Smeets en wees op de tragiek van de korte duur van diens bisschopsambt. Aansluitend onthulde hij met de rector samen het portret van bisschop Smeets voor de bisschoppengallerij op Rolduc.
    Vervolgens was het aan kardinaal Eijk om de feestrede te verzorgen. Hij ging in op de ontwikkelingen in het kerkelijk leven in Nederland en hoe de ervaringen van nu verschillen van dat wat hij tijdens zijn jeugd had meegemaakt. Het einde van de feestrede had echter een andere toon dan de beschrijving van de teruggang van de Kerk in Nederland. Hij wees op de vele hoopvolle tekenen van jongeren die de weg naar de Kerk en de sacramenten weten terug te vinden. Voor veel priesters was het een hoopvol en inspirerend verhaal.
    Tenslotte presenteerde de rector het Jubileumboek, waar in de afgelopen tijd aan was gewerkt. Hij wees nog uitdrukkelijk op de lijst van gewijde priesters, met de opmerking dat inmiddels al duidelijk was geworden dat aan de lange lijst van oud-rolduciens er ook enkelen ontbraken. Hopelijk komt er nog een gelegenheid om de bijgewerkte lijst te publiceren. Het jubileumboek ‘Rodensia’ werd vervolgens aangeboden aan kardinaal Eijk, aan de nuntius en aan mgr. Van den Hout.

Een belangrijk deel van de dag bestaat uit de feestelijke maaltijd. Ditmaal werd die gehouden in de gebouwen van het seminarie zelf. In de eetzaal, de Megaron en de recreatiezaal stonden buffetten gereed, op een geweldige manier voorbereid door de cateraar. Toen iedereen een plaats gevonden had, bleek al snel dat de sfeer zonder uitzondering heel goed was. Met het begin van de Vespers om 16 uur voor ogen, vloog de tijd voorbij. 

Bisschop Van den Hout presideerde de Vespers in de abdijkerk waar voor velen de Dies natalis tot een afsluiting kwam. De seminariegemeenschap kijkt tevreden terug op een fantastisch feest. De veel blijken van voldoening en dankbaarheid die ongevraagd richting het seminarie zijn gekomen, stemmen ook tevreden. Dit werd nog versterkt door de grote media-aandacht die het seminarie rond het jubileum te beurt viel. Met een groot artikel in De Limburger en een televisie-reportage bij L1 konden we al heel tevreden zijn. Een interview voor NPO Radio 1 (zij het in de nachtelijke uren) en een item bij het achtuurjournaal maakten het geheel af.

We hopen dat de viering van dit feest velen mag inspireren om met hun roeping bezig te gaan.