Seminarweek 'niet-christelijke godsdiensten'

In de week tussen het winter- en het zomersemester vindt altijd de seminarweek plaats. Alhoewel het een studieweek is, heeft het toch een ontspanningselement na de perikelen van de examentijd. In de seminarweek worden onderwerpen behandeld, die in het gewone collegejaar minder belicht wordt. Dit jaar was het onderwerp: niet christelijke godsdiensten.

Dinsdag 6 februari startte de seminarweek, met studieprefect dr. Rohling als eerste spreker. Als eerst werd de verklaring Nostra aetate behandeld. Dit is een document in uit het tweede Vaticaanse concilie, dat de houding van de kerk tegenover de niet christelijke godsdiensten bespreekt. Het tweede deel van de ochtend bestond uit het delen van eigen ervaringen met contacten tussen verschillende religies. Omdat de seminariegemeenschap zeer divers is, kwamen er ook veel verschillende ervaringen naar voren. De middag werd verzorgd door pastoor Eriyangalath, de Indiase pastoor van Nederweert. Hij behandelde voornamelijk wat principieel een religie is, als ook de vier grote wereldreligies. De kern van pastoor Erivangalath’s voordracht was juist hoe je goede, nuttige en constructieve gesprekken kan voeren met mensen van een andere religie of levensbeschouwing.
 
Woensdag 7 februari begon de dag met een bezoek aan de synagoge in Maastricht. Dhr. van der Wal gaf ons een rondleiding in de synagoge.  Hij vertelde natuurlijk ook over het jodendom, met zijn rituelen en eredienst. Belangrijk was ook de geschiedenis van het jodendom in Limburg en de geschiedenis van de synagoge in Maastricht. Hierna was het tijd voor de terugreis naar Rolduc. De heer en mevrouw van Rens verzorgden daar de middag. Zij zijn deskundigen wat de Jodenvervolging betreft en verzorgen ook reizen richting het Oost-Europa in het kader van deze geschiedenis. De middag had het thema: de holocaust, met een speciale focus op Limburg. Als eerste werd de geschiedenis van het antisemitisme behandeld en de aanloop naar de tweede wereldoorlog. De houding van de katholieke Kerk werd uitgelicht. Op einde van de middag kwam het verzet en de situatie van de onderduikers aan bod.
 
Donderdag 8 februari ging de gemeenschap richting Heerlen om daar een moskee te bezoeken. Eenmaal aangekomen werd er onder het genot van een kopje muntthee kennis gemaakt met de vertegenwoordiger: dhr. Amine Oulad Imaroudia. In de moskee werden niet alleen algemene vragen over de Islam behandeld. De historie en ook de praktische zaken van de moskee kwamen aan bod. Rond het middaguur was het tijd om terug naar Rolduc te gaan. Dhr. Amine Oulad Imaroudia verzorgde ook de middag. Hoe beleeft een moslim Nederland? Hoe is het contact met andere religies? Hoe zit het met godsdienstvrijheid? Deze vragen werden gesteld en beantwoord. Ook de studie om imam te worden kwam aan bod; dit was bijzonder interessant, zeker omdat het overeenkomsten heeft met een priesteropleiding.
 
Vrijdag 9 februari eindigde de seminarweek. In de ochtend was de hulpbisschop Mgr. de Jong de spreker. Zijn onderwerp was het new-age spiritualisme. Deze groep die rond de jaren 70 is ontstaan, neemt verschillende elementen over van reeds bestaande religies, maar geeft er een eigen draai aan. In de middag was er de tijd om te evalueren, waarbij de studenten hun mening konden geven aan de studieprefect.
 
We kijken terug op een fijne en zinvolle week. Er is veel geleerd over de verschillende godsdiensten. We hebben mensen met verschillende achtergronden ontmoet en verbanden gelegd.  In onze multiculturele samenleving is het waardevol om met alle culturen contact te hebben. Dit geldt eens te meer voor seminaristen die in deze samenleving komen te werken.

Tekst: JS