Voor een toekomstige priester is ook de menselijke vorming van belang. Hij dient goede menselijke kwaliteiten en vaardigheden te bezitten. Vooral het leven in gemeenschap bevordert die goede eigenschappen. De seminariegemeenschap is een dagelijkse leefgemeenschap, waarin bidden, studeren, eten, werken en recreëren elkaar afwisselen. Je leert elkaar als toekomstige collega’s kennen en waarderen. Je leert zwakheden verbeteren en positieve eigenschappen ontwikkelen: oprechtheid, vergevingsgezindheid, opgewektheid, werkzaamheid, zuiverheid, soberheid, behulpzaam zijn, samenwerken, met elkaar praten, naar elkaar luisteren, omgaan met vrijheid, gehoorzaamheid.
Leven in een gemeenschap vraagt ook inzet voor die gemeenschap. Daarom wordt van elke seminarist verwacht dat hij bepaalde taken ten behoeve van de gemeenschap verricht. Naast de studie en gebedsuren is er natuurlijk tijd voor recreatie, sport en culturele activiteiten.