Gedurende de hele opleiding wordt de seminarist langzaam voorbereid op het toekomstige werken als priester in de parochie. Dat gebeurt o.a. door middel van stages. In elke zomervakantie is er een door de seminarist zelf uitgezochte zomerstage van enkele weken (jeugdwerk, werken in een ziekenhuis of kliniek, in een opvanghuis, een bedevaartsplaats, een bedrijf enz.).

In het derde jaar is er gedurende het studiejaar een wekelijkse sociale stage in een jeugdgroep, kliniek of instelling in de buurt van het seminarie. Het vierde jaar omvat een wekelijkse catechetische stage: het geven van godsdienstles aan een klas in een basisschool in de buurt. In het zesde jaar is de seminarist een dag in de week en op de zondag in een parochie werkzaam, om alle aspecten van het parochieleven te leren kennen.

In het zevende jaar tenslotte is men als diaken bijna voltijds werkzaam in een parochie.