Priester

De ongehuwde man die priester wil worden, kan, indien de omstandigheden dat raadzaam maken, het eerste gedeelte van zijn opleiding in deeltijd volgen aan het Theologisch Instituut Rolduc (een tot drie jaren weekendopleiding). Deze opleidingsroute is o.a. mogelijk voor iemand op rijpere leeftijd, die in een baan werkzaam is. Na enkele jaren weekendopleiding vindt het vervolg van de priesteropleiding plaats in voltijd aan het Grootseminarie Rolduc, de regulaire priesteropleiding van het bisdom Roermond. De duur van de navolgende voltijd opleiding is afhankelijk van het al geabsolveerde programma, maar omvat in de regel drie studiejaren. Het totaal van de opleidingsduur is zes of zeven studiejaren (waarvan het laatste studiejaar grotendeels als diaken in de parochie). Voor het programma van de voltijd opleiding wordt verwezen naar de studiegids van het Grootseminarie Rolduc.

Permanent diaken

Een permanente diaken is een gehuwde of onge­huwde man die door handop­legging en gebed van de bisschop deelt in het sacrament van de wij­ding. Hij is een helper van de bisschop en de priesters. De Catechismus van de Katholieke Kerk (CKK) vat de omschrijving van het diakenambt als volgt samen: "De diakens zijn bedienaars die gewijd zijn om in de kerk taken van dienstbe­toon te verrichten; zij ontvangen niet het ambtelijk priesterschap, maar de wijding verleent hun belangrijke functies in de bediening van het woord, de goddelijke eredienst, het pastorale bestuur en de liefdadigheid, taken die zij onder het pastoraal gezag van hun bisschop moeten vervullen" (CKK 1596). De kandidaat moet op het moment van de wijding tenminste 35 jaar oud zijn (Art. 18 Kaderwet van het permanente diaconaat in Nederland, gegeven door de Nederlandse bisschoppen op 5 juni 1975). Een ongehuwde kandidaat moet bereid zijn celibatair te blijven omwille van de Heer en Zijn Kerk. Een gehuwde kandidaat moet, volgens de bepalingen van de Kerk, bereid zijn na zijn wijding niet te her­trouwen wanneer zijn echtgenote onverhoopt zou komen te overlij­den.

Het diakenambt wordt in het bisdom Roermond meestal parttime uitgeoefend op basis van vrijwilligheid, naast en met behoud van de eigen maat­schappelijke functie. De kandidaat dient daarom in een beroep werkzaam te zijn. Hij volgt de ‘minor’-opleiding. De gesalarieerde diaken, die fulltime pastoraal werk in de Kerk wil gaan verrichten, is (beperkt) mogelijk. Hij volgt de ‘major’-opleiding. 

Na gebleken geschiktheid wordt een diakenstudent na het oriëntatiejaar, bij het begin van stu­diejaar II, aangenomen als kandidaat voor het diaconaat. Als voorbereiding op de wijding ontvangt de diakenkandidaat de aanstellingen tot lector en aco­liet. In het vijfde studiejaar loopt de diakenkandidaat stage in een paro­chie of parochieverband. Als de kandidaat met goed gevolg de ‘minor’-opleiding heeft voltooid, kan hij na jaar V tot diaken gewijdworden en een pastorale zending van de bisschop ontvangen. De concrete taken die de dia­ken op zich neemt, worden in een benoemings­brief vastgelegd.

Pastoraal werk(st)er en geestelijke verzorger

De pastorale werk(st)er is een gehuwde of ongehuwde man of vrouw, die op grond van doopsel en vormsel en de gevolgde ‘major’-opleiding, met een kerkelijke zending van de diocesane bisschop (missio canonica) benoemd wordt in een pastorale functie in een parochie, parochieverband of dekenaat, of in een instelling (ziekenhuis, zorginstelling, huis van detentie, militair ordinariaat). De pastorale werk(st)er in een instelling wordt ook wel ‘geestelijke verzorger’ genoemd. De pastorale taken liggen algemeen op de terreinen van de verkondiging, de heiliging en de leiding en opbouw van de geloofsgemeenschap, volgens de normen van de nota ‘Meewerken in het pastoraat’ van de Nederlandse bisschoppen (vgl. 121, kerkelijke documentatie, 1999, 27, nr. 8).

De functie van pastorale werk(st)er of geestelijke verzorger kan parttime en op basis van vrijwilligheid worden vervuld. In dat geval volstaat de ‘minor’-opleiding. De gesalarieerde fulltime of parttime functie vereist de ‘major’-opleiding.

In het vijfde en zesde studiejaar doet de student een begeleide stage in een paro­chie of parochieverband resp. instelling. De bedoeling van deze stage is de student te scholen in het prak­tisch pastoraal handelen met het oog op de functie van pastorale werk(st)er of geestelijke verzorger. Opzet en inhoud van deze stage worden geregeld aan de hand van een afzonder­lijk stagepro­gramma, dat met de kandidaat en de begeleiden­de pastoor wordt opge­steld.

De kerkelijke zending (missio canonica) wordt door de bisschop gegeven voor de concrete functie waarvoor de pastorale werk(st)er of geestelijke verzorger wordt benoemd. Dit gebeurt de eerste keer in een liturgische viering. De kerkelijke zending houdt op wanneer de functie wordt beëindigd. Bij een daarop volgende nieuwe of andere benoeming wordt de kerkelijke zending (opnieuw) schriftelijk verleend.

Leraar godsdienst / levensbeschouwing

De leraar die reeds onderwijsbevoegd is voor het middelbaar onderwijs kan via een tweejarige cursus aan het Theologisch Instituut Rolduc een kerkelijk diploma behalen om (ook) het vak godsdienst /levensbeschouwing aan middelbare scholen te kunnen geven. De leraar die onderwijsbevoegd is voor het basisonderwijs kan zich via deze cursus specialiseren in het geven van catechese. Het Theologisch Instituut Rolduc is een weekendopleiding katholieke theologie van het bisdom Roermond. Het stelt zich ten doel een filosofische, theologische en praktische opleiding te verzorgen voor priesters, permanent diakens, pastorale werk(st)ers, geestelijke verzorgers en docenten godsdienst/ levensbeschouwing en catechese. De te behalen diploma’s zijn kerkelijke diploma’s op het niveau van hoger beroepsonderwijs. Omdat het Theologisch Instituut een kerkelijke onderwijsinstelling is, kan het geen civiel erkende onderwijsbevoegdheid verlenen, maar wel aan leraren die reeds onderwijsbevoegd zijn een aanvullende opleiding of specialisatie aanbieden.

Het curriculum omvat twee studiejaren. Elke studiejaar bestaat uit 23 weekenden (20 studieweekenden en 3 bezinningsweekenden, telkens van vrijdagavond tot zaterdagnamiddag, met overnachting). Een studieweekend is ingekaderd in de liturgie van getijdengebed en Eucharistie, en van gemeenschapsleven. Het meer praktische deel van de opleiding wordt in samenwerking met KAIROS (de zaterdagopleiding in Roermond) verzorgd. 

Het eerste cursusjaar biedt een basisoverzicht over het katholieke geloof, een inleiding in de Heilige Schrift, een inleiding in de theologie en fundamentele theologie, kennismaking met de belangrijkste documenten van het Tweede Vaticaans Concilie en de tijd erna, een overzicht van de kerkgeschiedenis,  kennismaking met de ambten, functies en taken in de Kerk, inleiding in de liturgie, inleiding in de filosofie en geschiedenis van de filosofie.